Pramen Labe, de bron van de Elbe
De bron van de Elbe bevindt zich in het Reuzengebergte. Op de fiets is het niet mogelijk om hier te komen, maar er gaat een schitterende wandeling naar de oorsprong van de rivier. Bij de bron, die aangeduid wordt als Pramen Labe, zijn de stadswapens te zien van de Tsjechische steden waar de rivier langs stroomt. De bron wordt voorzien van smeltend ijs dat vervolgens via diverse beekjes de bergen afstroomt. Klotsend tegen rotsen en met af en toe een waterval komt het ijskoude water bij het sportdorp Špindlerův Mlýn. Hier begint de Elbe met haar reis naar de Noordzee in Duitsland, 1230 kilometer verderop.
Een fietsroute voor iedereen
De Elbe Radweg wordt aangeduid met gele borden waarop nummer 2 staat. Door de geringe hoogteverschillen is de fietsroute voor iedereen geschikt. Op enkele plekken moet er op de autoweg worden gefietst, maar meestal is er een verhard fietspad vlak naast de rivier. Hoewel de Elbe haar beginpunt heeft in het Reuzengebergte wordt de Elberoute pas aangegeven vanaf Vrchlabí. Echter, het is wel mogelijk om vanaf Špindlerův Mlýn het fietstraject te beginnen. Aan te raden is om te kiezen voor het mountainbikepad, waardoor je de drukkere autoweg vermijdt.
De kleine en grote Elbe
In Vrchlábi, een charmant dorp met een renaissance kasteel en vakwerkhuisjes, gaat de officiële fietsroute over de openbare weg. Leuker en fietsvriendelijker is om de kleine Elbe te volgen en door de dorpjes Dolní Lánov en Prosečné te fietsen. Deze route is wat rustiger en je fietst onder de kabelbaan, die stenen uit de steengroeve in Černý Důl vervoerd naar de fabriek waar ze tot gruis worden vermaald. De Malé Labe is niet meer dan een beek, maar bij de plaats Hostinné komt het water samen en kom je al snelle de gele borden tegen.
Verrassing in het bos
De fietsroute laat de uitlopers van het Reuzengebergte achter zich en ook de rivier wordt kalmer door het minder heuvelachtige landschap. De fietsroute volgt een slingerende autoweg door het bos, waar weinig tot geen verkeer rijdt. In het bos word je verrast met een sprookjesachtige dam. De dam Království lijkt met haar puntdaken en poorten op een kasteeltje en is in 1964 tot Nationaal Technisch Monument verklaard. De dam werd gebouwd naar aanleiding van de overstroming van 1897, maar de bouw was pas in 1919 klaar. Dvur Králové nad Labem is de volgende stad die op de route ligt. Een keurig fietspad door weilanden brengt je als eerste bij de dierentuin van Dvur Králové. Deze dierentuin staat bekend om haar vele Afrikaanse dieren. De stad Dvur Králové is een pittoreske plaats met een historisch museum, de Sindelars’s toren en gezellige restaurants.
Overweldigende architectuur
Van Dvur Králové naar Kuks is het 8 km fietsen en deze plek is het hoogtepunt op de route. Het prachtige barokke complex schittert op de heuvel. Eind 16de en begin 17de eeuw was Kuks een belangrijk kuuroord waar rijkelui zich lieten verwennen. Er werden grote feesten georganiseerd met de beste musici van toentertijd en er waren fonteinen met wijn. De rivier de Elbe trad in 1740 buiten haar oevers en het stadje overstroomde. De dochters van Špork, de grondlegger van Kuks, hadden geen geld om Kuks tot de oude glorie te herstellen. Terwijl het stadje verviel, bleef het hospitaal voor oud-soldaten bestaan. In het hospitaal bevindt zich de tweede oudste apotheek van Centraal-Europa, deze kun je bewonderen tijdens een rondleiding.
Van vestigingstad naar provinciehoofdstad
Vanaf Kuks slingert een fietspad richting Jaroměř, waar de rivier al een stuk breder is. Na Jaroměř vervolgt de fietsroute zich naar de vestingstad Josefov. De kleine vesting werd net als Terezín gebouwd in 1780-1790 ter verdediging tegen de Pruisen. Bijzonder is om het ondergrondse gangenlabyrint te bezoeken. Van Josefov naar Hradec Králové fiets je zowel aan de linker- als rechterkant van de Elbe. Hradec Králové is de grootste stad van de regio en hier vloeien de rivieren de Elbe en Orlice samen. Hradec Kralové heeft ongeveer honderdduizend inwoners en vindt haar oorsprong in de 13de eeuw. Er zijn twee mooie pleinen in de oude stadskern en langs de Elbe ligt het Oost-Boheems streekmuseum. De stad heeft twee gezichten: Aan de ene kant historisch en aan de andere kant modern, vanwege de gebouwen in Art Nouveau en kubbisme.